maandag 20 december 2010

Kinderporno krijgt opeens meer aandacht

NRC Handelsblad 16 december 2010 donderdag

Sinds de zedenzaak in Amsterdam komen meer gevallen van misbruik en/of kinderporno aan het licht.

De indruk zou kunnen ontstaan dat plotseling méér kinderen in Nederland worden misbruikt. ,,Maar dat is niet het geval", meent Peter Vasterman, mediasocioloog aan de Universiteit van Amsterdam. De publiciteit zet justitie en openbaar bestuur volgens hem onder druk om sneller dan voorheen met nieuws te komen. ,,Ze geven snel openheid uit angst later het verwijt te krijgen dat ze iets onder de pet hebben gehouden."

Socioloog Vasterman wijdde in zijn proefschrift uit 2004 een hoofdstuk aan de aandacht voor ontuchtzaken in de media, midden jaren 90. ,,Die aandacht heeft ongeveer een half jaar geduurd. Met berichten over soms heel oude zaken. Dat leidt niet alleen tot een overschatting van het probleem, maar ook tot wantrouwen op scholen, bij leraren, bij ouders."

donderdag 16 december 2010

Deskundige: persconferentie onnodig

NIJMEGEN - De persconferentie in Nijmegen woensdagmiddag over een jeugdtrainer van SV Hatert die is opgepakt wegens een zedendelict, was overdreven. Dat zegt Peter Vasterman, universitair docent journalistiek en gespecialiseerd in mediahypes.

Vasterman noemt het onvoorstelbaar dat zo groot is uitgepakt door de autoriteiten. Daarmee wordt volgens hem onrust aangewakkerd.

Volgens Vasterman pakken autoriteiten zo groot uit vanwege de zedenzaak in Amsterdam. Ze zouden bang zijn voor kritiek dat ze geen openheid van zaken geven.
Klik hier voor de uitzending van Omroep Gelderland.

'Media overdrijven in kindermisbruikzaak'

AMSTERDAM - De media overdrijven bij de huidige berichtgeving over kindermisbruik en kinderporno, vinden zowel sociaal psycholoog Hans van de Sande, verbonden aan Rijksuniversiteit Groningen als mediasocioloog Peter Vasterman van de Universiteit van Amsterdam.

''Hier is sprake van een hype. We krijgen nu wekenlang allerlei incidenten groot in het nieuws, hoe ver of klein ook, die normaal amper nieuws zouden zijn'', aldus Peter Vasterman, die in 2004 promoveerde op mediahypes. ''Zo'n persconferentie over de misbruikzaak in Nijmegen werd nu live uitgezonden op Omroep Gelderland. Een paar maanden geleden zou dat niet zijn gebeurd.''
Lees de rest van dit het ANP bericht van 16 december 2010.

Zie voor een vergelijkbare affaire over ontucht op scholen in de jaren negentig dit verhaal: In de ban van de ontucht.

vrijdag 10 december 2010

Wat zij onderzoeken willen wij niet weten


Mediaonderzoekers kijken liever naar het verleden dan naar de toekomst van de journalistiek. Nieuwe verdienmodellen, burgerjournalistiek en Twitter worden nauwelijks bestudeerd.

Door Leendert van der Valk, NRC Handelsblad 3 december 2010.

Mediawetenschappers bestuderen liever de geschiedenis van de VARA dan de opkomst van Twitter en liever de impact van Fitna dan een nieuw verdienmodel voor het zieltogende krantenbedrijf. De onderzoeksvragen sluiten vaak niet aan op de verwachtingen van de praktijk. Maar dat ligt niet alleen aan de onderzoekers.

Terwijl de journalistiek het steeds moeilijker heeft, groeit het vakgebied journalism studies. Dat wil echter niet zeggen dat de twee elkaar beter weten te vinden, blijkt uit een inventarisatie van het werk van 86 onderzoekers door Peter Vasterman (Universiteit van Amsterdam, UvA) en Kees Brants (Universiteit Leiden en UvA). Het onderzoek werd besproken en voorzien van commentaar op weblog De Nieuwe Reporter. Een van de bijdragen droeg de veelzeggende kop: Nederlandse journalisten houden niet van onderzoek, en onderzoekers niet van journalistiek.
Nederlandse mediawetenschappers waren goed voor 270 publicaties tussen 2005 en 2009. Die richten zich relatief vaak op politieke communicatie: hoe komen politici in de media of welke invloed hebben negatieve campagnes op stemgedrag? Er is ook een voorkeur voor de gevalsstudie, zoals onderzoek naar Gaza, Fitna, Iran, Mabel Wisse Smit of de kredietcrisis. En studies naar journalistieke vormen, zoals infotainment, of regionale journalistiek zijn populair.
Dat zijn echter niet de belangrijkste thema's waarmee de beroepspraktijk worstelt. Volgens Vasterman en Brants is de journalistiek ,,naarstig op zoek naar alternatieve verdienmodellen, nieuwe journalistieke vormen en herdefiniëring van haar maatschappelijke opdracht". Antwoorden zullen ze niet snel vinden bij wetenschappers. Brants: ,,Er is sprake van trechtervorming. Onderzoek richt zich vaak op kranten, omdat die makkelijk te onderzoeken zijn. Het meeste gaat vervolgens over politieke verslaggeving en daarbinnen over verkiezingen. Slechts een kleine minderheid gaat over het productieproces, nieuwe technieken of eigendomskwesties, over het functioneren van journalisten."
lees verder in NRC Handelsblad